Evolutie van het landschap

In 1584 werden de duinen ten oosten van Oostende doorstoken met de bedoeling de streek rond Oostende onder water te zetten, dit ter verdediging van de stad tijdens het beleg van Oostende (1601 tot 1604). De gevolgen van deze doorsteek waren niet min: zo is de huidige haveningang van Oostende ontstaan en werd de grote omgeving van de stad een moerasgebied die een bedreiging vormde voor de bewoners uit de omgeving. 


Omdat Zandvoorde bedreigd werd door de overstroming, besloot men dijken aan te leggen om de bewonerskernen te beschermen.
In 1663 werd een dijk aangelegd om Zandvoorde te beschermen (loop: vaart Plassendale- kruispunt Grintweg/Zwanenlaan – Zwanenlaan – Groene Dijk tot aan de vaart. 

De andere dijken werden aangelegd om spoelpolders te vormen die de verzanding van de haveningang van Oostende tegen te gaan. Spoelpolders zijn gebieden die bij hoog water onder water liepen; het volgelopen gebied werd dan afgesloten tot het laag water werd: pas dan werden de sluizen open gezet zodat het water met geweld richting zee stroomde en zo het slib uit de havengeul meenam. Tijdens de periode van de spoelpolders werden  de Keignaert en het krekengebied gevormd. Het water ter hoogte van de Keignaert schuurde niet alleen de havengeul uit, maar ook de Keignaert zelf die op een bepaald ogenblik 8 meter diep werd. Daarom besloot men in 1700 een nieuwe dijk (Gemene Dijk) aan te leggen om de Keignaert af te sluiten. Verloop van deze dijk: kruispunt Grintweg/Zwanenlaan – Grintweg richting crematorium over de Gistelse Steenweeg naar de Polderdijk.


Omdat er jaarlijks een aanslibbing was van 1 cm, werden sommige spoelpolder ondiep en moest men overgaan tot het aanleggen van andere spoelpolders. Zo had men de Nieuwe Polder, de Keignaertpolder, Catherina Polder en Snaaskerke Polder. Opvallend aan deze poldergebieden zijn de rechte wegen (Karperstraat – Langestraat – gebied Stene/Snaaskerke).


Soms waren er dijkbreuken zoals die in de Kuipweg waardoor de Vingerlingput ontstond.

Foto uit 1981 waar het verloop van de Gemene dijk ter hoogte van de kop van de Keignaert  nog goed te herkennen is

De dijken en spoelponders die tusen 1600 en 1800 aangelegd werden